1948-1956 The Early Days - Indonesia

THE TIMOR RHYTHM BROTHERS (Indonesië 1948-1957)

Andy Tielman (gitaar, zang)

Reggy Tielman (banjo, gitaar, zang)

Ponthon Tielman (contrabas, gitaar, zang) eind 1956 naar Nederland (Bussum) vertrokken

Loulou (Herman Lawrence) Tielman (drums, zang)

Jane (Janette Loraine) Tielman (zang)

(vader) Herman Tielman (manager, gitaar)

(moeder) Flora Lorine Hess (presentatie)

 

Het verhaal van THE TIELMAN BROTHERS begint in Soerabaya waar 4 broertjes Tielman met zusje Jane in 1948 samen volksliedjes en traditionele dansen gingen vertolken. Vader Herman Tielman werkte in de scheepvaart en was later gemeenteambtenaar in Soerabaya. Begin 1942 werd Herman Tielman opgeroepen voor het Landstormbataljon en tijdens zijn krijgsgevangenschap in maart 1942 kwam hij in een Japans interneringskamp terecht.

Na bevrijding in het voorjaar van 1946 is Herman Tielman nog tot juni 1948 in dienst van het KNIL bij een bewakingsbataljon in Soerabaya.

 

In de jaren dertig had Herman Tielman (gitaar en banjo) een duo gevormd met zijn broer Hendrik. Na de dood van Hendrik had hij later thuis in Soerabaya naast zijn werk altijd met  vrienden gemusiceerd. Herman Tielman was een fanatieke all-round musicus en hij was het die Reggy, Ponthon, Andy, Loulou en Jane hun rijke muzikale bagage bijbracht. Ponthon wilde vanaf het begin op de grote bas spelen. Reggy wilde banjo spelen en de kleine Loulou was gek op het drumstel. Andy bekwaamde zich in het sologitaar spelen. Tijdens hun eerste optreden tijdens een huisfuifje wisten ze vaders vrienden te verrassen met moeilijke nummers als Tiger Rag en 12th. Street Rag.

 

Er volgden optredens op diverse particuliere feesten in Soerabaya. Het ging hard en binnen een half jaar gingen ze als THE TIMOR RHYTHM BROTHERS op tournee langs de kampen van de Nederlandse militairen. In  Kupang op West-Timor groeide vader Tielman op. Daarna kregen ze aanbiedingen van de NIWIN (Nationale Inspanning Welzijnsverzorging Indonesië) en samen met Nederlandse artiesten als De Wama's, de Ramblers en de Skymasters trokken ze langs de grote steden van Indonesië. Hun shows bestonden uit muziek en dans uit alle hoeken van de archipel, compleet met bijpassende kleding en rituele attributen zoals krijgsperen en zwaarden. Vader Tielman speelde tijdens hun shows mee op gitaar en moeder zorgde voor de aankondigingen.

 

Op 29 december 1949 vond in Indonesië officieel de soevereiniteitsoverdracht plaats. De familie Tielman ging nu voor de Indonesiërs optreden. Ze traden zelfs op in het paleis van Soekarno in Djakarta. Toen ze wat ouder werden begonnen ze ook de tophits met perfecte close-harmony zang na te spelen. In 1951 maakten ze kennis met Guitar Boogie van Arthur Smith. Andy vertelde later in een interview: 'dit is het eerste liedje waar mijn broers en ik toen al een rock'n'roll draai aan gaven door er drums aan toe te voegen'. Ze begonnen later ook nummers van Les Paul, Elvis Presley, Little Richard, Bill Haley, Fats Domino, Chuck Berry en Gene Vincent te spelen. Waarschijnlijk speelde Andy ook samen met Dolf de Vries in zijn bandje THE STARLIGHTS in Djakarta. Ook op Sumatra speelde hij zonder zijn broers in de Hawaiian band van Freddy Wehner.