Dragonfly (Group '69 Sect)

 The Beat Five: 1965

Rudy de Queljoe (sologitaar) ex- The Javelins 69; naar Group 69 Sect/Dragonfly

Richard Henning (gitaar) ex- André's Blue Jeans

Carlos van den Berg (basgitaar); naar Group 69 Sect/Dragonfly

Huib Pouwer (drums) ex- André's Blue Jeans; naar Group 69 Sect/Dragonfly

John Caljouw (zang) ex- The Javelins 69; naar Group 69 Sect/Dragonfly

 

Group '69 Sect: 1965-1967

Rudy de Queljoe (sologitaar)

Tonny de Queljoe (gitaar) ex- The Javelins 69

Carlos van den Berg (basgitaar) naar Universal Delight

Huib Pouwer (drums)

John Caljouw (zang)

- Henk Don (saxofoon)

- Adrian Schot (saxofoon)

 

Dragonfly: 1967-1969

Rudy de Queljoe (sologitaar) naar Island

Tonny de Queljoe (basgitaar) naar Brainbox

Huib Pouwer (drums)

John Caljouw (zang) naar Machine

 

Tijdens de opkomende beatperiode kwam Rudy de Queljoe terecht in The Javelins 69 uit Vlissingen, waar een paar oude kameraden al met smart op hem zaten te wachten: zanger John Caljouw en Rudy’s broer Tonny op slaggitaar. Buiten Rudy en John bestond The Javelins ook nog uit Ad Wilschut (drums) en Boet Saija (bas). Het repertoire van de band bevatte veel Beatles-nummers, maar ook instrumentale stukken en rock-‘n-roll stonden nog steeds op het programma. De formatie speelde veel in België. Vanwege onderlinge onenigheid vertrokken Rudy de Queljoe en John Caljouw naar The Beat Five, later gevolgd door Tonny de Queljoe. Bandleden: Carlos v.d. Berg (bas), John Caljouw (vocals), Huib Pouwer (drums), Richard Henning (slaggitaar) en Rudy de Queljoe (sologitaar).

 

Richard Henning werd na een paar maanden vervangen door Tonny de Queljoe. The Beat Five heeft echter korte tijd bestaan, de naam werd al snel veranderd in Group ‘69, later Group '69 Sect geheten. De bezetting bleef echter hetzelfde: Ruud, Huib, John, Tonny en Carlos. De naam was afkomstig van het drankmerk “finest Scotch whiskey VAT 69”. De groep trad vaak op in het Vlissingse “La Cave” en het Goese “Schuttershof”. In de laatste lokatie waren ze min of meer huisorkest, er werd veel voor vakantiegangers opgetreden en ze stonden samen op de bühne met The Black Albinos, Group Check, The Motions, Tee-Set, Q 65, Sandy Coast, Skybolts en Golden Earrings. Er werden zelfs twee blazers aangetrokken: Henk Don en Andrian Schot, resp. op saxofoon en altsax/tenor waarmee het accent op de blues kwam te liggen, niet in het minst door de in 1966 verschenen LP van John Mayall & the Bluesbreakers die als grote inspiratiebron diende. Group ‘69 speelde tevens nummers van The Doors, Jimi Hendrix, Mike Bloomfield en Jeff Beck. Rudy had ondertussen zijn gitaar van negen (?) snaren voorzien in plaats van de gebruikelijke zes en kreeg daardoor een brede sound, zwaar en vol klinkend en gebruikte ook een booster van Vox, plus een Echolette. Voor de mensen was dit aantrekkelijk omdat ze het nog nooit haden gehoord; de band speelde op dat moment voor volle zalen.

 

Bij de ontmoeting met Hans Verhagen in La Cave (zijn vader was notaris te Vlissingen ), vergeleek hij de band meteen met The Jimi Hendrix Experience vanwege Rudy’s spel en was de geboorte naar het begin van Dragonfly begonnen. Hans woonde in Amsterdam en was het middelpunt van een groep kunstenaars en schrijvers. Onder invloed van Hans werd er geluisterd naar platen van Capt.Beefheart, Moby Grape, andere West Coast en Frank Zappa. Tijdens de plaatopname van Celestial dreams / Desert of Almond speelde de groep nog steeds onder naam “Group ‘69 Sect”, maar deze naam was echter volstrekt onbruikbaar geworden. Men associeerde de band meteen met sterke drank. De naam had geen niveau. De kunstenaar Bert Quite werd er bij betrokken. Deze kwam op het idee de band als levend kunstwerk te presenteren. De beschilderde gezichten werden dus een imago en zouden bij elk optreden consequent bij ieder groepslid worden aangebracht. Tien jaar later pas kwam de Amerikaanse groep Kiss op hetzelfde idee. Onder de invloed van Hans werd de bandnaam veranderd in Dragonfly, terwijl slaggitarist Carlos van den Berg naar huis werd gestuurd. Rudy de Queljoe over het vertrek van Carlos destijds: Dragonfly was een geheel nieuwe ervaring voor mij. Ik vond het wel leuk, maar Dragonfly was absoluut niets anders dan de voortzetting van Group ‘ 69 Sect plus de beschilderde gezichten. Muzikaal gezien zat het verschil hierin dat wij zonder slaggitarist opereerden. Ik vond het erg jammer dat The Group ter ziele is gegaan want die had meer levenskansen gehad met Carlos erbij, want Dragonfly was gewoon minder in organisatorisch opzicht. Qua artisticiteit was Dragonfly echter effectiever, vanwege Hans Verhagen.

 

Het eerste Amsterdamse optreden was in "Felix Meritis", daarna waren de Birds Club, Sheherazade, Paradiso en Fantasio aan de beurt. Rudy de Queljoe: We wilden ons waarmaken in Amsterdam, want in die tijd was het de bedoeling om veelvuldig in de hoofdstad te opereren. De drang en het willen bewijzen in Amsterdam maakten het spelen daardoor boeiender en daarom werden het meestal te gekke optredens. Het publiek in de zaal vond het prachtig en kennelijk hadden de beschilderde gezichten ook invloed, omdat ze dat nog nooit hadden gezien. Ik zelf stond er niet achter, de anderen wel. Ik voelde me niet vrij, ondanks het feit dat het goed aansloeg. Bij mij ging het meer om de gitaar, dat je via de gitaar jezelf laat zien, dan via de beschilderde gezichten. Het moet namelijk gevoelsmatig gebeuren. Ik voelde me daardoor wel geremd, maar kreeg ook snel door dat ook de visuele kant heel belangrijk kan zijn.

 

Ook trad de band op in de vierde (nooit vertoonde) tv-uitzending van het legendarische programma Hoepla. In datzelfde programma waren ook Phil Bloom en de Amerikaanse Electric Prunes aanwezig. De band zou meedoen aan het “Eerste Europese Internationale Popfestival” te Rome waaraan ook The Who, Cream, Donovan, Pink Floyd, Crazy World of Artur Brown, Jefferson Airplane, Byrds, Country Joe & The Fish, Bo Diddley, Muddy Waters, Paul Butterfield Blues Band, Electric Flag, Buffalo Springfield, The Stones en Jimi Hendrix deel zouden nemen. De groep kreeg onder meer aanbiedingen van “Fenklub”, het tienerprogramma van de VARA, en “Moef Ga Ga” van de AVRO. Voorts werd een er een film gemaakt door Wim van der Linden voor de VPRO getiteld : “Prince of Amboyna”.

 

Met de Pink Floyd, de Dordtse Living-Kick Formation en de Utrechtse Mods speelde Dragonfly op 17 mei 1968 in het Concertgebouw te Vlissingen. In datzelfde jaar maakte cineast Johan van der Keuken de film “De tijdgeest” terwijl ze o.a. met beschilderde gezichten door de binnenstad van Middelburg liepen en ook terwijl hun gezichten beschilderd werden door Kieten. Dragonfly trad eveneens op in Londense clubs zoals “Middle Earth” en the “Speakeasy”. Hans Verhagen kon zich bij de band volledig uitleven maar in zijn kielzog kwamen ook veel geflipte figuren mee. De band zag het met hem steeds minder zitten en maakte een eind aande samenwerking.

Rudy de Queljoe: Organisatorisch zat het niet goed in elkaar. Binnen de groep vond ik ook dat er soms te veel aandacht werd besteed aan visuele zaken dan aan de muziek. Op een gegeven moment vormde de groep geen eenheid meer. Een van de voornaamste redenen waarom de zaak in feite uiteenviel was het feit dat wij geen optredens meer hadden. Op zich was de muziek niet slecht, maar de mensen vonden het kennelijk op den duur een beetje vreemd, of zo.

 

Na zijn Dragonfly-periode speelde Rudy de Queljoe oa. in Island, Brainbox, Cyril, Chain of Fools, Harry Muskee Band, Vitesse en de Molukse formatie Massada. Zijn broer Tonny speelde daarna bij Delrose and eveneens Brainbox. Hij is in 1983 in Breda overleden. Zanger John Caljouw zong nog een tijdje in de Rotterdamse formatie “Machine” een off-shoot van de reeds eerder bestaande Swinging Soul Machine. Hij werd de vervanger van “Spooky”. Toen Rudy in Vitesse speelde en Zeeland aandeed, kwam John altijd een nummertje meezingen. Naderhand speelde hij nog in “Johnny’s Rock and Roll Band, Black Bang en Lois Malone, plaatselijke groepen. Tussentijds was hij aktief als leraar. Op dit moment geeft hij gitaarlessen. Huib Pouwer stapte uit de muziek.

(met dank aan George Evers)

 

1967 Celestial dreams / Desert of Almond Philips JF 333.927

1968 Celestial empire / Prince of Amboyna Philips JF 334.536